Al eeuwenlang biedt de Sint-Anthonispoort vanaf de Waalkade toegang tot de Lage Markt. De poort wordt ook wel Maarten Schenckpoort genoemd. Die naam dankt zij aan de aanslag die de vermaarde Gelderse krijgsheer Maarten Schenck van Nydeggen (1540-1589) op 11 augustus 1589 in Staatse dienst pleegde op Nijmegen, dat in die fase van de Tachtigjarige Oorlog nog vast in Spaanse handen was.
Maarten Schenck
Schenck landde ’s nachts met een groep soldaten heimelijk op de Waalkade, bij de Sint-Anthonispoort. Daar verschaften zij zich toegang tot de stad. Burgers en soldaten van het Spaanse garnizoen wisten de indringers echter via dezelfde poort terug te drijven naar de Waal. Schenck raakte te water en verdronk. De Nijmegenaren visten zijn lijk uit het water, waarna het werd onthoofd en gevierendeeld. De lichaamsdelen hing men als afschrikwekkend voorbeeld op aan de belangrijkste stadspoorten. Na een week werden Schencks stoffelijke resten opgeborgen in een kist in de Kronenburgertoren. Twee jaar later, in 1591, lukte het stadhouder Maurits van Oranje-Nassau wel om Nijmegen in te nemen voor de Republiek. Hij liet Schencks resten herbegraven in de Stevenskerk. In of kort na 1900 werd aan de Waalzijde van de Sint-Anthonispoort een witgeverfd houten gedenkbord aan de dakrand bevestigd, met in zwarte letters het opschrift: ‘St. Anthonispoort - Mislukte aanslag door Maarten Schenk - 11 augustus 1589’.
Afstammeling (?) doneert een nieuwe gedenksteen
In 1908 logeerde in hotel Keizer Karel aan het gelijknamige plein een welgestelde dame uit New York, Mary Nevius (1858-1932). De Amerikaanse beweerde via haar moeder af te stammen van de vermaarde krijgsheer Maarten Schenck. Ze was bezeten van hem, verzamelde ‘allerlei dingen welke op hem betrekking hebben’ en was vermoedelijk een van de drie Amerikaanse dames die omstreeks 1890 Nijmegen hadden bezocht om Schencks graf in de Stevenskerk te vinden - overigens tevergeefs. En nu wilde zij met eigen ogen zien waar haar vermeende voorvader aan zijn einde was gekomen. De hotelier, Louis Jorritsma, was zo vriendelijk om zijn gast naar de Sint-Anthonispoort te leiden, waar het houten gedenkbord sinds enkele jaren herinnerde aan de aanslag van Schenck.
De poort was in 1908 al een tijdje dichtgemetseld, in gebruik als pakhuis en oogde vervallen. Nevius was niet erg te spreken over het eenvoudige monument en vond dat Schenck wel iets beters verdiend had. Zij was bereid een witmarmeren gedenksteen met hetzelfde opschrift te bekostigen en verzocht hotelier Jorritsma om een en ander in goede banen te leiden. Jorritsma zorgde dat de Amerikaanse toestemming kreeg van de gemeente en van de eigenaar van het poortgebouw, Joost van Pelt, om het houten ‘tableau’ te laten vervangen door een gedenksteen. Eind 1908 of begin 1909 was het zover en kon aannemersbedrijf Gebr. Haspels de door Mary Nevius uit New York betaalde steen inmetselen in de buitengevel van de Sint-Anthonispoort, net onder de dakrand. En daar is hij nu nog steeds te bewonderen. Zie voor enkele foto's deze link naar de Digitale Studiezaal.
Overigens lijkt het er sterk op dat de Amerikaanse niet afstamde van krijgsheer Maarten Schenck. Maar hoe dan ook heeft Nijmegen een fraaie gedenksteen overgehouden aan haar passie om in de voetsporen te treden van haar vermeende voorvader.