Voordat wij ons eten in de koelkast en vriezer bewaarden, was er de ijskelder. Om de warmte te weren, werden deze kelders gebouwd in heuvels. In de winter werd de kelder gevuld met natuurijs uit nabije vijvers en sloten. In de koele kelder smolt het ijs minimaal: zo had de mens het hele jaar door ijs.
Koelvat
Vóór de negentiende eeuw was ijs nog een luxeproduct en bevonden de meeste ijskelders zich op de landgoederen van villa’s. Om hun rijkdom te benadrukken, serveerden landheren hun ijs in kostbare schalen, zogenaamde koelvaten. Een voorbeeld hiervan is het zilveren koelvat gemaakt door Jan Willem Pas in 1793, uit de collectie van Valkhof Museum.
IJskelders
In de loop van de negentiende eeuw werd ijs - ook in Nijmegen - toegankelijk voor gewone burgers. In 1842 bouwde de banketbakker Andreas Janssen een ijskelder 'aan den voet van het Valkhof, grenzende aan de Rosemarijnsteeg' nabij de huidige Langebaan. Zijn zoon verkocht in 1872 de helft van de kelder aan meneer J. Haspels, de conciërge van het gemeentegebouw, voor tweehonderd gulden. Twee jaar later kocht Haspels samen met Dirk van Willigen de andere helft van de ijskelder over voor 430 gulden.
Een tweede ijskelder lag onder de Sint Jacobstoren aan de rand van het Kronenburgerpark. Meneer M.W. Overmeer huurde deze ijskelder van 1902 tot 1927 en bevoorraadde naast zijn vishandel ook arme Nijmegenaars met het ijs. Deze ijskelder was in het bezit van de gemeente en werd verhuurd voor tien gulden per jaar. In 1927 huurde W. van der Schaft, eigenaar van een petroleumfabriek in Ede, de ijskelder. Deze werd niet meer gebruikt om ijs te koelen, maar om petroleum (de voorganger van aardgas) in te bewaren.
Einde van de ijskelders
Meneer van der Schaft bleek een miserabel huurder te zijn: hij betaalde maar de helft van de afgesproken huur van driehonderd gulden. De gemeente stuurde talloze brieven, zonder gehoor. Na enkele maanden werd er een deurwaarder ingeschakeld. Deze meneer Kruizinga wist het verschuldigde bedrag te bemachtigen. Voor zijn diensten rekende Kruizinga 11 gulden en 35 cent. Hoewel de gemeentelijke papieren stellen dat het bedrag overgemaakt zou worden, is van de eigenlijke betaling geen bewijs.
Door de opkomst van kunstmatig ijs en elektrische koelkasten raakten ijskelders in de loop van de twintigste eeuw uit gebruik. De meeste ijskelders werden vernietigd, maar groeiende interesse in de geschiedenis van ijskelders leidde bijvoorbeeld tot de reconstructie van de ijskelder in Park Sonsbeek te Arnhem. Tegenwoordig worden sommige overgebleven ijskelders bewoond door vleermuizen, als veilig onderkomen tijdens hun winterslaap.
Wilt u meer weten over de ijskelders in Nijmegen? Kom dan ook schatgraven in ons archief. Kijk voor de openingstijden e.d. op deze pagina. Klik hier voor alle blogs van het Regionaal Archief Nijmegen.